'De buitengewone verscheidenheid aan seksuele gedragingen is echter het werk van de cultuur, niet van de natuur. Je kunt seksuele verscheidenheid net zomin afleiden uit de bedoelingen van de natuur als dat je het menu van alle Parijse restaurants en de regels van het ‘savoir vivre’ aan tafel kunt afleiden uit de natuurlijk noodzaak ons te voeden.'
Deze hilarische uitspraak is van Leszek Kołakowski uit zijn serie korte voordrachten voor de Poolse televisie. Deze Poolse filosoof denkt na over alledaagse dingen en dat is een manier van filosoferen die mij wel aanstaat.
Seks is een van de belangrijkste drijfveren van mensen en er is al veel over gezegd en geschreven. Het is een bron van inspiratie, genot maar ook van ellende. Seks is belangrijk in ons leven en neemt een aparte plaats in ten opzichte van andere aspecten van de fysiologie. We uiten ons anders als het gaat om onze ervaringen op het gebied van voeding. We staan er niet van te kijken als iemand in het openbaar zegt dat hij honger heeft en vervolgens publiekelijk een boterham opeet. Dat ligt op het gebied van seks toch wel even anders.
De geslachtelijke voortplanting is een natuurlijk gegeven en het doel ervan is voor ons onduidelijk. Uit verschillende hoeken zijn er de meest uiteenlopende hypothesen geopperd; van evolutionaire tot religieuze hoek. Religie speelt trouwens een belangrijke rol en is ook in de Westerse cultuur bepalend geweest voor de omgang met alles wat met seks te maken heeft. Het Christelijke geloof heeft seks weggestopt in een duistere kelder van zondige begeerte. Seks was zelfs in mijn jeugd niet bedoeld voor het plezier, maar diende slechts tot voortplanting. Het huwelijk was dan wel een sacrament in de Roomse kerk, maar daarmee nog geen inzegening van de seks. Het werd gezien als een tegemoetkoming aan de zondige natuur van de mens; een zondige begeerte die onze seksuele handelingen stuurt: een giftige bron van het kwaad. Seks kwam daarmee in een hoek van schaamte, waar we het slechts fluisterend opgewonden over konden hebben. Regels zijn regels, maar je hoeft Boccaccio maar te lezen om te weten hoe het met de gehoorzaamheid van die kerkelijke regels gesteld was. Wij, Katholieken, zijn bedreven in de omgang met autoriteit en regelgeving.
Ondanks de seksuele revolutie in de 60-er jaren van de vorige eeuw en de schijnbare openheid in reclameboodschappen en in de media, zwijgen we in de dagelijkse omgang over veel wat met onze persoonlijke beleving van seks te maken heeft. Natuurlijk worden in literatuur en films seksuele thema’s aangesneden en al dan niet expliciet voor het voetlicht gebracht. Nooit tevoren was pornografie zo toegankelijk en onze maatschappij lijkt geobsedeerd door seks. Door de seksuele revolutie is de koppeling tussen seks en voortplanting voor een groot deel veranderd. Seks leidt in minder gevallen dan voorheen tot zwangerschap door de introductie van de pil en het verkrijgbaar zijn van andere voorbehoedsmiddelen.
Echter, gevoelens van schaamte en het angstvallig verborgen houden van het privé(be)leven zijn nog schering en inslag. Het feit dat in veel landen homoseksualiteit is toegestaan, dat homohuwelijken mogelijk zijn en dat we weten wat transgenders zijn, maakt nog niet dat we geen taboe ervaren op het seksueel gebied. De recente zelfmoord van een Canadees meisje dat gechanteerd werd met de dreiging van publicatie van enkele naaktfoto’s van haar, geeft aan dat de schaamte diepgeworteld is in onze samenleving. Misschien kan het ook niet anders en is het taboe juist een uiting van ons menszijn; een uiting van onze vaardigheid om ons lichaam van onszelf te scheiden.
Ik kon mij vroeger nauwelijks voorstellen dat mijn ouders seks hadden. Er werd niet over gesproken en als Het gebeurde, dan vond dat plaats in absolute afgezonderdheid. Seksuele toespelingen werden bij ons in het gezin niet gemaakt en als seks onderwerp van gesprek was, dan was dat terloops of in moppen van de destijds beroemde grappenmaker Max Tailleur. Toch zijn mijn broer en ik het bewijs dat mijn ouders in ieder geval tweemaal seks hebben gehad. Of ze er plezier aan beleefd hebben, weet ik niet. Er werd gewoonweg niet over gesproken. Met onze eigen kinderen was het spreken over seks geen taboe. Toch realiseer ik me, nu ik dit schrijf, dat we met hen vieren als er een kleinkind is geboren en als er weer nieuw leven op komst is, maar dat de niet weg te denken seks die daarmee gemoeid is, niet echt gespreksonderwerp is. Niet dat ik een grote behoefte zou hebben om het daar met hen nu over te hebben, maar het is wel opmerkelijk dat we het wel over de menukaart hebben en dat seks, als een minstens zo belangrijk onderdeel van ons leven, bijna volledig buiten schot blijft.
Seks is een belangrijke drijfveer voor mensen; het is niet uit ons leven weg te denken. Wat zou het leven toch kleurloos zijn als we seks zouden uitbannen. Een biografie over kunstenaars wordt pas boeiend als we lezen over hun passies. Een leven zonder seks zien we als iets bijzonders, als afwijking van de norm. De recente geschiedenis van kerkelijk misbruik geeft aan dat het celibaat in theorie misschien werkt, maar in de praktijk toch wel anders uitpakt.
Het opgenomen worden in de stroom van onze aanwezigheid op aarde is essentieel voor ons bestaan. Als we seks hebben, hebben we geen tijdsbesef; tijd als gegeven is op zo’n moment niet in beeld en we worden opgenomen in het universum. Voor mij heeft dat trouwens grote overeenkomsten met het beleven van muziek. Ook daar word ik opgenomen in het panta rhei van ons bestaan. Als je het over het beleven van het nu hebt, zijn seks en muziek daartoe voor mij belangrijke sleutels. In gedachten kunnen we naar het verleden en de toekomst maar ons lichaam zit per definitie in het nu. Voor mij zijn beleving van seks en muziek de momenten dat gedachten en lichaam één zijn. Ik merk wel dat ik in jongere jaren er minder over nadacht en gewoon handelde, terwijl de filosofische betekenis van dit alles pas op deze leeftijd tot me doordringt.
Comments