top of page

Jacob Obrecht, een boeiende componist - 6


In dit zesde deel van de serie geef ik een schematische weergave van de opbouw van de miscompositie. Hieruit blijkt dat Jacob Obrecht zeer construerend te werk is gegaan. Je ziet meteen de 'wiskundige' wijze waarop de compositie over de verschillende delen heen is opgebouwd. Door de oorspronkelijke melodie op te delen in 12 segmenten (zie Jacob Obrecht, een boeiende componist - 5) en door het gericht inzetten van die segmenten worden de afzonderlijke misdelen samen gesmeed tot een organische eenheid. Obrecht leefde in een tijd waarin de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen werd gebouwd. De laatste Romaanse resten van deze kerk werden afgebroken rond de tijd dat Obrecht er zijn Missa 'Maria Zart' schreef (1492-1496). Ook aan de plattegronden van de kathedralen uit die tijd zie je dat het 'wiskundig' construeren als zeer belangrijk werd gezien. Dit had alles te maken met de rol van de Zeven Vrije Kunsten, die het curriculum van de middeleeuwse Europese universiteiten vormden. Musica (harmonieleer), Aritmetica (rekenkunde),  Geometrica (meetkunde) en Astronomia (Kosmologie) hoorden tot het Quadrivium, de rekenvakken ofwel de op het getal betrokken wetenschappen. Geen wonder dat er dus een kruisbestuiving plaatsvond tussen die wetenschappen.


Misdeel I (Kyrie) bestaat uit drie delen:

Deel 1 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 1-1-2)

Deel 2 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segment)

Deel 3 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 1-2-1-2).

Misdeel II (Gloria) en misdeel III (Credo) zijn wat betreft de opbouw identiek aan elkaar en bestaan ieder uit 4 delen. In beide delen wordt de vierstemmigheid der hoekdelen onderbroken door twee elkaar opvolgende "middendelen". Zijn deze "middendelen" in het Gloria nog tweestemmig (Tenor-Bassus en vervolgens Discantus-Altus), bij het Credo  zijn deze delen driestemmig (Discantus-Altus-Bassus). Hierbij is tevens een gecompliceerdere schrijfwijze toegepast.

OLV-Kathdraal te Antwerpen

Misdeel II (Gloria) bestaat uit vier delen:

Deel 4 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 3-3-3-4)

Deel 5 (2-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 6 (2-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 7 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 4-4-4-5-6-5-6-5-6)

Misdeel III (Credo) bestaat uit vier delen:

Deel 8 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 6-6-7-8-7-8-7-8-7-8-9)

Deel 9 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 10 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 11 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 8-8-8-8-8-9-9-9-9-9-9-9-9-8)

Misdeel IV (Sanctus en Benedictus) bestaat uit vijf delen:

Deel 12 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 9-10-9-10-9-10*)

Deel 13 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 14 (4-stemmig, Cantus Firmus 11-12-11-12-11-12-12*)

Deel 15 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 16 (4-stemmig, Cantus Firmus segmenten 11-12-11-12-11-12-12*)

* Hier staat de volgorde van Cantus Firmus in de Tenor. Met de canonische noteringen van deze segmenten bereikt Obrecht een toppunt van gecompliceerdheid.

Na het misdeel IV (Sanctus) zijn alle segmenten van de Cantus Firmus in de Tenor voorgekomen en is al het materiaal als het ware "op". Er is sprake van een spanningsopbouw naar misdeel V (Agnus Dei) toe door middel van het "verbruiken"  van het oorspronkelijk te gebruiken materiaal (Cantus Firmus in 12 segmenten) in de Tenor. Tevens wordt de manier van componeren steeds ingewikkelder naarmate de miscompositie vordert.

Misdeel V (Agnus Dei) bestaat uit drie delen:

Deel 17 (4-stemmig, Cantus Firmus segment 1)

Deel 18 (3-stemmig, geen Cantus Firmus segmenten)

Deel 19 (4-stemmig, Cantus Firmus segment 12)

In misdeel V (Agnus Dei) komt de Cantus Firmus niet meer in zijn totaliteit in de Tenor voor, maar wordt de oorspronkelijke melodie verdeeld over de andere stemmen. Dit misdeel vormt een eenheid mede doordat het begin (segment 1) en het einde (segment 12) van de Cantus Firmus als hoekstenen in de Tenor worden gebruikt. Dit misdeel is een terugkeer naar de driedeligheid van misdeel I en vormt een ware apotheose. In het begin van het Agnus Dei ligt de Cantus Firmus in zijn totaliteit in de Bassus. Aan het einde van dit misdeel is de gehele Cantus Firmus-melodie in volle pracht in de Discantus geplaatst.

60 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page