Wouth overleed 13 november 1989 op 67 jarige leeftijd en dat is alweer 30 jaar geleden en ik was toen 33 jaar oud. Hij was 34 jaar toen ik geboren werd. De scherpe kantjes van onze verhouding zijn door de tijd behoorlijk wat ronder geworden. Als ik naar onze zoon Gerwald of dochters Kathelijne en Marlieke kijk, die respectievelijk 36, 34 en 32 jaar oud zijn, dan realiseer ik me weer hoe je op die leeftijd in de wereld staat. In ieder geval heel anders dan ik nu als 63-jarige tegen zaken aankijk.
Mijn vader tekende en schilderde heel zijn leven; hij had een groot tekentalent. Door zijn milieu en de tussenkomst van de oorlog heeft hij nooit een kunstvakopleiding kunnen volgen. Uit zijn jeugd heb ik nog enkele mooie tekeningen over waaruit zijn talent overduidelijk blijkt. Zo heb ik nog een mooi portret van zijn moeder (mijn oma) Maria van Hout dat hij als puber met potlood heeft getekend. Ook is er nog een prachtige, licht ingekleurde pentekening, van een kerk (Delft?) die in het bezit is van mijn broer. Aan de muur van onze woonkamer hebben we een pastel van hem hangen van een huisje in de Laagstraat in Eindhoven. Ik herinner me dat hij zich, buiten zijn werktijden bij Philips, altijd bezighield met tekenen en later met het maken van olieverfschilderijen.
Soms vind ik het jammer dat hij gefrustreerd leek omdat hij zijn passie niet heeft kunnen volgen. In de 60-er jaren van de vorige eeuw schoolde hij zich via het erg Amerikaans opgezette Famous Artist School en volgde hij vervolgens allerlei cursussen in het tekenen en schilderen. Maar het liefst was hij professioneel aan de slag gegaan. Ik besef dat ik hier niet had gezeten als hij wel naar de kunstacademie had kunnen gaan; hij ontmoette mijn moeder namelijk op zijn werk bij Philips. Waarschijnlijk had hij een sterk geromantiseerd beeld van het kunstenaarschap; alsof dat altijd feest is...
Ik weet me nog te herinneren dat ik met Hans van den Brand werkte aan een muziekmethode voor het voortgezet onderwijs die is uitgegeven bij Uitgeverij voor Schoolmuziek van Paul Bronkhorst. Ik stelde toen voor om mijn vader tekeningen te laten maken bij de methode. Het kostte mijn vader veel moeite om iets op papier te krijgen en de resultaten waren bedroevend slecht. Hij was zijn vermogen om te tekenen kwijtgeraakt. Het waren de gevolgen van hersentumoren, maar dat wisten we op dat moment niet. Ik was verbijsterd dat hij zulke slechte tekeningen maakte en snapte er niks van. Mijn vader deelde mijn verbijstering en keek me met een hulpeloze blik aan. Dat moment staat me nu nog duidelijk voor ogen.
Toen ons moeder overleed, hebben mijn broer en ik dat wat nog over was van zijn tekeningen en schilderijen verdeeld. Het zijn herinneringen aan een leven vol ambitie en talent, maar hoewel hij zijn leven lang streefde naar meesterschap en perfectie, heeft hij maar voor een deel zijn Parnassus kunnen bestijgen. Het besef dat je technische en artistieke beperkingen hebt, moet je weten te overwinnen om met plezier door te kunnen gaan. Het artistieke en creatieve proces is belangrijker dan het uiteindelijke resultaat. En of anderen kennismaken met je werk en het weten te waarderen, is afhankelijk van erg veel omstandigheden die je zelf niet in de hand hebt. Bovendien is het maar de vraag of het bijdraagt aan je welbevinden. Ik weet niet of het mijn vader gelukt is om hier mee om te gaan; ik heb het hem nooit kunnen vragen omdat ik er zelf op dat moment niet bij stilstond.
Ik heb een beroepsopleiding in de (Toon)kunst mogen volgen aan het conservatorium en heb al vele topervaringen achter de rug. Terugkijkend op wat ik tot nu toe gedaan heb, kan ik niet anders dan vaststellen dat ik heb geboft. Mijn composities zijn meermaals uitgevoerd door en met gerenommeerde musici en ensembles en zelf heb ik erg veel werken uit het grote muziekrepertoire kunnen uitvoeren. Ik heb kennis gemaakt met vele musici en kunstenaars in heel Europa, maar ook in Oekraïne en Rusland. Het doet me deugd dat ik voor veel mensen iets heb kunnen bijdragen aan hun muzikale ervaringen. Wel merk ik dat ik steeds minder afhankelijk word van hoe anderen over mijn inspanningen oordelen. Ik doe wat ik doe omdat het mij voldoening geeft en wat ik belangrijk vind en hoop dat nog lang te kunnen doen.
Comments