Vakantie is heerlijk! Je krijgt de mogelijkheid om even er totaal uit te zijn, de accu op te laden. Even uit de waan van alledag en op een of andere manier een andere tijdsbeleving. Als je met de tent op de camping in Frankrijk staat, je Oud en Nieuw thuis viert en je hebt geen werk te verrichten, dan verandert je dagritme. De dag kun je vullen zoals je dat zelf wilt en door de vele nieuwe indrukken die je overdag opdoet, verandert ook je gevoel voor tijd.
Je kunt je afvragen hoe het komt dat het snel lijkt of je niet weg bent geweest als je eenmaal weer in je gewone ritme bent aangekomen. Terwijl je toch een tijdlang hebt genoten van al het heerlijke vakantiegevoel. Hoe lang was ik ook al weer weg? Twee weken? Of was het 6 dagen? De vakantie en de herinneringen eraan 'krimpen' als het ware in je geheugen.
Het schijnt uit te maken hoe je de vakantie door hebt gebracht. John Michon, emeritus hoogleraar cognitieve psychologie, heeft onderzoek gedaan naar de beleving van tijd. In NRC van augustus 2009 kwam ik dat tegen in een interessant artikel van Annemarie Kas. Michon ontdekte dat het uitmaakt of je een "rustvakantie" hebt gehouden of dat je in de vakantie actief bent bezig geweest, interessante mensen hebt gesproken, spannende dingen hebt ondernomen en veel hoogtepunten hebt meegemaakt. Bij een actieve vakantie zal deze vakantie in je geheugen langer lijken dan bij een vakantie waarbij elke vakantiedag op de andere leek. Je hebt dan iets substantieels om over na te denken.
Onze tijdswaarneming verandert dus achteraf, maar ook op het moment zelf kan de perceptie van tijd verschillen. Als je geboeid muziek beluistert, dan kan een symfonie van Bruckner voor je gevoel minder lang duren dan de klok je aangeeft. De 10 minuten wachten tot de bus om de hoek komt rijden als je haast hebt, duurt dan veel langer. Steve Taylor, docent psychologie, schreef hierover het boek "Tijd maken. Tijdsbeleving en hoe we er mee omgaan." (Uitgeverij Ankh-Hermes, 2008)
Taylor onderscheidt vijf "wetten van psychologische tijd":
Een van de belangrijkste factoren in hoe we tijd ervaren, is leeftijd. De leeftijd waarop we beginnen te merken dat tijd werkelijk sneller gaat, ligt rond de dertig of achterin de twintig. Steeds minder ervaringen zijn nieuw waardoor de jaren sneller lijken te gaan.
Nieuwe ervaringen en nieuwe omgevingen vertragen de tijd. Dit staat natuurlijk in rechtstreeks in verband met de eerste wet.
Hoe drukker we bezig zijn, des te sneller gaat de tijd.
Hoe minder we in beslag worden genomen, des te langzamer gaat de tijd.
Als het "ego", het "ik" dat bewust nadenkt over het verleden of toekomst, wordt uitgeschakeld, komt de tijd (bijna) stil te liggen.
De vraag komt op of je het beleven van tijd kunt manipuleren. Het zou fijn zijn als nare momenten sneller voorbij gaan en leuke momenten langer duren. Dat laatste blijkt moeilijker om te doen. De tip van Taylor is om ervoor te zorgen dat je nergens door in beslag wordt genomen. Dus als je op een avond alleen thuis bent en je wilt de tijd zolang mogelijk laten duren, moet je geen film kijken die je complete aandacht opslokt, want dan vliegt de tijd. Zijn advies is het om een stuk boek te lezen, dan naar wat muziek te luisteren, een vriend te bellen en wat door het huis te drentelen. "Zo duurt mijn avond het langst" aldus Taylor.
Hoe zouden ze dat doen bij niet-West-Europese inheemse culturen, waar ze geen lineaire tijd kennen zoals bij Australische of Midden- en Noord-Amerikaanse stammen waar ze in de taal zelfs geen verleden, tegenwoordige of toekomstige tijd hebben? Ik denk dat ik maar weer eens even verder ga opruimen om daarna wat muziek te maken en een stuk boek te lezen. Wie weet, duurt de dag vandaag dan wat langer.
Comments