
Al vanaf mijn adolescentie ben ik telkens weer getroffen door de muziek van Sergei Rachmaninov. Het is muziek die me blijft ontroeren omdat het waarschijnlijk de kern van mijn "ik" roert. Hoe bestaat het toch dat zijn Prelude, op.23: no. 4 in D Major mij door mijn leven heen blijft raken? Ik heb die muziek harmonisch, melodisch en vormtechnisch geanalyseerd, uit en te na beluisterd en toch blijf ik gefascineerd door deze muziek. Ik schrijf deze blog nadat ik zojuist deze Prelude onverwacht hoorde en tranen in mijn ogen kreeg van ontroering.
Ik heb sinds mijn lessen aan het Brabants Conservatorium de behoefte gevoeld om muziek dieper te gaan bestuderen. In die beginjaren werd ik door Cor de Man ingewijd in de wereld van het muziekbeluisteren. Rinus Kasbergen leerde mij hoe je muziek kon analyseren en door Jean Claessens en Gerard Dekker werd mijn interesse gewekt voor harmonieleer en contrapunt. Zij waren het die mij deden besluiten Theorie der Muziek te bestuderen, gefascineerd als ik was door de wondere wereld van de muziek. In het derde jaar ging ik het hoofdvak Theorie studeren bij Jan van Dijk. Na het conservatorium had ik genoeg basiskennis ter beschikking om de muziek in te duiken. Maar hoe meer ik "weet" van muziek, des te meer besef ik dat sommige mysteries door mij niet te doorgronden zijn.
Er zijn verschillende wijzen waarop je naar muziek kunt luisteren, ik heb daar al een blog over geschreven. Waarschijnlijk is het een combinatie van manieren waarop muziek bij mij is binnen gekomen dat ik zo getroffen word door die specifieke prelude. Ik speelde hem zelf op de piano waardoor je elke noot al meermaals in zijn context hebt gehoord. Bovendien ben je als adolescent gevoelig voor emoties en die kun je volop kwijt in deze muziek. Ik had net mijn grote liefde, Kitty van Buul, leren kennen en in die staat van verliefdheid speelde ik de prelude met grote overgave en componeerde ik mijn eerste muziek voor haar. Maar zelfs ondanks de meewerkende randvoorwaarden snap ik niet waar die ontroering nu nog vandaan komt. Naar mijn idee is er meer, maar ik merk dat ik dat moeilijk onder woorden kan brengen.
"Goede wijn behoeft geen krans" luidt het gezegde. Dat is zeker voor deze prelude van Sergei Rachmaninov van toepassing. Muziek is eigenlijk niet om over te praten, maar om te spelen en er naar te luisteren. Met het klimmen der jaren is de ontroering er niet minder op geworden. Dat is al een wonder op zich.
コメント