
Het woord muze wordt naast de betekenis als beschermgodin van de kunst en de wetenschap, ook in de betekenis als inspiratiebron voor de kunstenaar gebruikt. Via het 13de-eeuwse Franse muse is het woord in de tweede betekenis in onze taal terecht gekomen vanuit het Latijnse Musa, dat weer ontleend was aan het Griekse Μοῦσαι: de zanggodin, één der negen godinnen van kunst of wetenschap. Het aanroepen van een muze of de muzen was bij antieke schrijvers standaard. In de Renaissance keerde deze gewoonte weer terug. Wij hanteren in onze tijd het begrip muze vooral in de tweede betekenis: de inspiratiebron.
In de Romeinse tijd kende men negen muzen:
Clio of Kleio: de verkondigende was de muze van de verheerlijking door het gezang. De geschiedschrijving en het heldendicht behoren tot haar domein. Ze wordt vaak afgebeeld met als attribuut een boekrol (een opgerold stuk perkament);
Kalliope: de muze met de mooie stem was die van het heroïsch epos, de filosofie en de retoriek. Zij is vaak afgebeeld met een schrijftafeltje en schrijfstift;
Melpomene: de naam van deze muze betekent koor of zingende. Zij was de muze van zowel de zang en dans samen. Uit godsdienstige Griekse koorzangen en reidansen ontstond in de loop der tijd het treurspel. Zij had een treurend masker als attribuut;
Thalia of Thaleia: de vrolijke of bloeiende was de muze van het blijspel, met als attribuut een vrolijk masker;
Urania: de hemelse was de muze van de sterrenkunde, met haar hemelbol en schrijfstift;
Terpsichore: Zij die graag danst is de muze van de dans en de lyrische poëzie met haar lier;
Erato: de beminnelijke is de muze van de hymne, het lied en de lyriek en wordt vaak afgebeeld met snaarinstrumenten;
Euterpe: de verblijdende is de muze van het fluitspel en de lyrische poëzie en wordt vaak met een fluit afgebeeld;
Polyhymnia: gewoonlijk als muze wier naam rijk aan gezangen betekent. Zij is de muze van de mimische kunst, de retoriek en gewijde liederen. Haar attributen zijn de scepter, mantel en sluier.
Het museum was oorspronkelijk een heiligdom dat aan de muzen was gewijd; later was het een inrichting voor kunst en wetenschap dat onder bescherming der muzen stond. Maar ook ons woord muziek herinnert aan de muzen. Oorspronkelijk betekende het bij de Grieken de gezamenlijke kunsten en wetenschappen, die hoofd en hart vormden. Pas met de opkomst van het christendom kreeg het woord muziek een engere betekenis, namelijk die van toonkunst.
De muze als inspiratiebron voor de kunstenaar is een gegeven dat veel mensen enorm boeit. Natuurlijk is het idee van het beeld van de kunstenaar die door een ander persoon tot creativiteit wordt aangespoord of tot grootse prestaties wordt geïnspireerd, spannend en een bron voor fantasierijke en prikkelende gedachten. Vooral als er een onmogelijke of "verboden" liefde in het spel is, dan wordt het het gegeven voor iedereen spannender. Alleen al daarom gun ik iedere kunstenaar zijn eigen muze naar keuze.
Comments