Ik leid "Muziekproeverij", voorheen "Pareltjes", in bij De Pianier (Van de Sande Piano's) en doe dat met groot plezier. De zus van Kitty, Anne, en haar man Frans hebben een grote pianohandel in de Leharstraat hier in Tilburg en organiseren elk jaar zes ochtend-/lunchconcerten op de zondagochtend in hun zaak. Deze concerten worden redelijk druk bezocht en zijn altijd bijzonder. Naast jong, aanstormend talent zijn er ook gerenommeerde musici te beluisteren. Aan mij de taak om telkens iets te zeggen over de muziek die ten gehore wordt gebracht. Het wordt gewaardeerd en ik voel me er goed bij.
In maart 2017 stonden Franse chansons op het programma. Het trio Tamino's had de zaak leuk ingericht met foto's van Franse chanteurs en hadden zelfs een pop meegenomen die Edith Piaf moest voorstellen. De ruimte was verder ingericht met klapstoeltjes en her en der stonden 'Franse' opklaptafeltjes tussen de stoelen. Het zag er leuk uit en de drie van oorsprong Eindhovenaren musiceerden heel aangenaam. Het publiek week wat af van de andere concerten en dat was ongetwijfeld te danken aan de soort muziek van het concertprogramma. De sfeer was goed en iedereen ging na afloop voldaan naar huis.
Ik was dit keer te voet van ons huis naar de pianohandel gegaan, een wandeling van 45 minuten. Het weer was goed en vol energie bereikte ik dan ook de concertlocatie. Het was nog niet druk en na een kennismakingsgesprek met de leden van de Tamino's, in de woonkamer van Anne en Frans, ging ik nog even naar beneden om wat te spreken met de bezoekers van het concert. Ik had daar een bijzondere ontmoeting.
Anne en Frans zijn sociaal bewogen mensen. Zij doen veel voor de buurt en ook zetten zij zich actief in voor bijvoorbeeld vluchtelingen en hun kinderen. Zo organiseren ze in hun zaak, samen met andere ondernemers uit de buurt, ontbijten voor vluchtelingen waarbij muziek klinkt en vluchtelingen en buurtgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Ook geven ze kinderen de mogelijkheid om bij hen pianoles te nemen. Anne stelde mij gisteren voor aan een vrouw met een hoofddoek: Hanadi. Zij was een Syrische vluchteling uit Damascus en leefde met man en kind in de buurt van Anne en Frans. Zij wilde graag in het Nederlands aangesproken worden omdat ze bezig was met de inburgering. Het examen zou in mei plaatsvinden en daarvoor had ze vijf keer in de week Nederlandse les.
Het was een bijzonder gesprek; ik kreeg te horen hoe de strijd voor hen dagelijks merkbaar was en dat er regelmatig autobommen tot ontploffing werden gebracht en bombardementen werden uitgevoerd. De situatie daar was onveilig en ze maakten zich zorgen voor de veiligheid van hun zoon. Haar man werkte in een hotel en sprak dus zijn talen. Dat deed hen besluiten uit het land te gaan. Het was een moeilijke beslissing maar uiteindelijk werd de knoop doorgehakt.
Telkens als wij het in ons land over economische vluchtelingen of gelukzoekers hebben, dan gaat ons dat gemakkelijk af als we over aantallen en percentages praten. Op het moment dat we de verhalen persoonlijk horen, dringt zich de vraag op hoe wij in dergelijke omstandigheden zelf zouden handelen. De term gelukszoeker in pejoratieve zin vind ik eigenlijk ongepast. Zijn we dat eigenlijk niet allemaal op deze wereld en hebben wij niet gewoon geluk dat we hier geboren zijn? Op zich is dat niet onze verdienste!
We spraken af dat ik haar zou helpen met het Nederlands en dat zij mij in ruil daarvoor Arabisch zou leren; met gesloten beurzen. Die uitdrukking kende ze nog niet. Het is er nooit van gekomen.
Comments