
Charles Ives (1874-1954) wordt gezien als de eerste Amerikaanse klassieke componist en kreeg aan de Yale University les van Horatio Parker van wie ik zijn "Holy Child" verscheidene malen heb uitgevoerd. Ives was een succesvol zakenman (hij richtte een eigen verzekeringsmaatschappij op: Ives & Myrick) en bleef componeren tot hij een (eerste) hartaanval kreeg in 1918. Ives was een oorspronkelijk componist en kreeg pas op late leeftijd erkenning voor zijn muziek.
Ik weet nog dat ik verrukt was toen ik als 18-jarige zijn Holidays Symphony voor het eerst hoorde en échte bitonaliteit en polyritmiek beluisterde zoals ik nog nooit in de concertzaal gehoord had. Ik schafte de LP aan en met de koptelefoon op genoot ik met volle teugen van het stereo-effect dat de gelaagdheid in de compositie op een grandioze manier versterkte. Je hoorde verschillende orkesten en stijlen met elkaar vermengd worden en ik werd me er toen van bewust dat in het dagelijkse leven allerlei klanken zich ook met elkaar vermengen. Als je erop let, hoor je elke dag bitonaliteit en polyritmiek; loop maar eens door een winkelstraat en je hoort de verschillende muziekjes uit de diverse winkels zich met elkaar vermengen. Op het Brabants Conservatorium met zijn kleine, gehorige kamertjes in het voormalige klooster in Tilburg, hoorde je altijd de muziek door elkaar klinken. Ives stelde zich hiervoor open en "registreerde" wat hij in "het echt" om zich heen hoorde. Hij maakt het ons bewust en was daarmee eigenlijk de voorloper van John Cage's 4'33. Alleen gebruikt Ives uitgeschreven klanken en Cage de "stilte".

Pablo Picasso (1881-1973), de Spaanse geweldenaar, was een universeel kunstenaar. Hij was voortdurend scheppend bezig en hij nam allerlei stijlen en indrukken in zich op en verwerkte ze meteen in zijn eigen werk zonder zich in eerste instantie druk te maken wat anderen ervan zouden vinden. Net als Ives registreerde hij wat hij in zijn omgeving waarnam, alleen was Picasso gefocust op het visuele, het tastbare. Als je iemand kust en je draait daarbij (kijkend) je hoofd ten opzichte van degene die je kust, dan zie je dat het gezicht van je kuspartner als het ware "vervormd". De ogen staan niet meer naast elkaar maar komen onder elkaar te staan. Picasso tekende volgens mij wat hij waarnam en ik zie in zijn "verwrongen" gezichten niet alleen een spel met perspectief en abstrahering, maar ook een weergave van wat iedereen zelf in werkelijkheid kan zien.
Het is fascinerend om je te realiseren dat de creatieve geest zijn inspiratie kan vinden in de naaste omgeving. Verheven theorieën zijn niet altijd nodig om hun werk te begrijpen. Begrippen als mooi en lelijk zijn daarbij volgens mij zelfs niet relevant. Pioniers als Picasso en Ives hebben het vermogen om ons anders naar de "werkelijkheid" te laten kijken en luisteren. We kunnen ons door hen laten (ver)leiden om indrukken waarmee wij onze omgeving ervaren als het ware te "filteren". Als je ervoor ontvankelijk bent, natuurlijk.
Comments